HCM
HCM - Hypertrofische
Cardiomyopathie
Hypertrofische Cardiomypathie, ook wel HCM genaamd, is een hartafwijking
die aangetroffen wordt bij alle katten,
ongeacht of deze nu wel of niet een stamboom hebben,
dus zowel bij raskatten als huis - tuin en keukenkatten.
* Cardio staat voor hart en myopathie voor spieraandoening.
Het hart is een pomp die de bloedcirculatie in het lichaam verzorgt.
Net als bij mensen heeft het hart van een kat vier kamers; de rechter boezem,
de rechter kamer, de linkerboezem en de linkerkamer.
De rechter boezem ontvangt bloed van diverse grote aderen en stuwt dit naar de
rechterkamer.
Door het samentrekken van de rechterkamer wordt het bloed naar de longslagader
gepompt vanwaar
het door beide longen stroomt. Hierbij wordt het bloed van zuurstof voorzien,
vervolgt zijn weg naar de linkerboezem en van daar naar de linkerkamer waar het
door samentrekking in de grote lichaamslagader of aorta wordt gepompt.
Hiervandaan stroomt het bloed door de verschillende organen om zich via de holle
aders
weer te verzamelen in de rechterboezem.
De hartkleppen zorgen er voor dat het bloed maar één kant uit kan
en verhinderen dat het terugstroomt.
Bij HCM zijn de spieren van de wand
van de linkerkamer in dikte toegenomen (hypertrofie).
Dit veroorzaakt een toenemende verstijving in de linkerkamer waardoor die zich
niet efficiënt kan vullen.
Bovendien wordt de ruimte in de linkerkamer steeds kleiner, met als gevolg dat
minder bloed rond
gepompt wordt en de ruimte in de linkerboezem vergroot.
Hierdoor ontstaat o.a. een vergrootte kans op trombose.
Door een drukstijging in de linker boezem neemt de druk in de longvaten toe,
wat leidt tot vochtophoping in de longen en de borstkas.
Tevens kan bij HCM een verdikking van de spieren waarmee de hartkleppen
bevestigd zijn optreden en
een abnormale beweging van de hartkleppen, ook wel SAM (Systolic Anterior
Motion) genaamd, ontstaan.
Symptomen
Het is heel goed mogelijk dat een kat niet of nauwelijks symptomen vertoont.
Het eerste symptoom kan een plotselinge dood zijn.
Klassieke voorbeelden hiervan bij mensen zijn jonge sporters die tijdens
de uitoefening van hun sport plotseling neervallen.
De volgende klachten zijn mogelijk:
· slechte eetlust
· benauwdheid
· versnelde ademhaling
· verlamming van de achterpoten
· hartruis.
Opgemerkt moet worden dat niet iedere hartruis een teken van HCM is en niet bij
alle gevallen
van HCM een hartruis (via een stethoscoop) kan worden gehoord.
Diagnose
Aangezien de symptomen heel subtiel kunnen zijn,
is de enige betrouwbare methode voor het opsporen van HCM het maken van een
echocardiogram,
of bij overlijden een autopsie.
Katten die aan HCM gestorven zijn hebben meestal een relatief groot hart met een
vergrote linker boezem.
De diagnose HCM wordt daarbij vastgesteld als andere mogelijkheden die
vergelijkbare symptomen
kunnen veroorzaken (zoals verhoogde schildklierwerking) zijn uitgesloten.
In het algemeen wordt HCM aangetroffen bij katten jonger dan 5 jaar
maar het kan ook op latere leeftijd voorkomen.
Bij de Brits Kortharen is deze afwijking wel aangetroffen bij kittens op de leeftijd van 6 maanden,
maar gebruikelijk is rond de 2 jaar. Ook het geslacht kan een rol spelen.
Bij katers wordt deze afwijking meestal op jongere leeftijd vastgesteld dan bij
poezen.
Daarnaast is opvallend dat bij katten, waarbij op zeer jonge leeftijd HCM wordt
vastgesteld,
er meestal sprake is van een agressievere vorm, waarbij de levensverwachting
zeer kort is.
Behandeling
Er is geen genezing mogelijk, maar medicijnen kunnen HCM katten soms nog wel 6
jaar in leven houden!
De behandeling varieert naar gelang de symptomen en kan bestaan uit het geven
van vochtafdrijvers,
middelen die de hartwerking verbeteren of die de kans op
trombose verminderen en een hartondersteunend dieet.
Stress moet zoveel mogelijk worden vermeden.
Vererving
Men gaat er van uit dat HCM autosomaal dominant vererft.
Autosomaal houdt in dat het niet uitmaakt
of het van de moeder of de vader komt,
dominant betekent dat al één ouder dit hoeft te vererven.
Van HCM wordt gezegd dat het een variabele expressie heeft
met een incomplete penetratie.
Niet alle katten met HCM hebben dezelfde verschijnselen;
ook is er een grote variatie in de wijze
waarop HCM zich ontwikkelt.
Er zijn ook katten die HCM vererven en zelf helemaal geen verschijnselen
vertonen.
De leeftijd waarop bij katten HCM wordt vastgesteld zegt niets over de leeftijd
waarop dit mogelijk bij het nageslacht zou kunnen voorkomen.
Testen
Er is dan ook geen 100% garantie dat een kat die middels een echo is getest op
HCM dit inderdaad niet heeft of vererft. Het is een momentopname,
maar de enige testmogelijkheid zolang er nog geen DNA-test is.
De huidige methode biedt in ieder geval wel de mogelijkheid om die katten
die positief testen uit de fok te halen.
In 1993, toen wetenschappers bij de mens een HCMgen (beta cardiac myosine)
gevonden hadden en daarin diverse afwijkingen veroorzakende mutaties in
ontdekten,
was er goede hoop dat een DNA-test niet ver weg meer was.
Echter dit gen bleek bij de kat niet de boosdoener te zijn.
Het onderzoek naar de betrokken genen is zeer tijdrovend,
maar de laatste tijd is daar wel vooruitgang in.
Er zijn inmiddels meer menselijke HCM genen gevonden en die worden allemaal
vergeleken.
Het is heel goed mogelijk dat HCM bij katten door meerdere genen veroorzaakt
wordt
en dat die per ras zelfs kunnen verschillen.
Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de verschillende verschijningsvormen van
HCM.
Voor het maken van een echo is meestal geen narcose nodig. Het onderzoek duurt
ca. een half uur.
Er wordt een kleine plek bij de oksel kaal geschoren.
In de HCM-richtlijnen van de MCBFA wordt aanbevolen om alle fokkatten te laten
testen
op HCM voordat ze voor de fok worden gebruikt,
te beginnen op de leeftijd van 1 jaar en dit jaarlijks te herhalen.
Gezien het feit dat katers een grotere invloed hebben op het fokbestand en
bij hen de afwijking zich op een jongere leeftijd ontwikkelt,
wordt zelfs aangeraden om dit elke zes maanden te doen.
Afgeraden wordt om poezen te laten testen op HCM tijdens de zwangerschap of
de zoogperiode omdat dan een verkeerde indruk kan ontstaan.
Daarnaast wordt geadviseerd om 'gepensioneerde' fokkatten
te testen om een helikopterblik op het fokprogramma van de fokker te
verkrijgen.
Vanzelfsprekend geeft dit alleen maar een goed beeld als dit
over meerdere generaties wordt gedaan.
Er zijn in Nederland een aantal fokkers die hun fokkatten jaarlijks
al dan niet vanaf een bepaalde leeftijd testen.
Daarnaast zijn er ook fokkers die helemaal niets doen of alleen testen
indien daar een directe aanleiding
voor is zoals de diagnose van HCM bij een familielid van hun kat.
Men kan zich af vragen of het het risico waard is om met katten te fokken
die een direct familielid, zoals een ouder, hebben waarbij HCM is geconstateerd.
Er is namelijk geen leeftijdsgrens waarop men zeker kan zijn dat een kat
HCM-vrij is.
Gezien het grote aantal Brits Kortharen in Nederland moet het mogelijk zijn om
een ander fokdier
te vinden zonder dat dit ten koste van de genetische diversiteit gaat.
Belangrijk is natuurlijk wel dat u zich er van gewist dat in de achtergrond
van dit dier geen HCM bekend is.
Voor het laten maken van een echocardiogram kunt u kiezen
uit de onderstaande radiologen / specialisten.
Net als bij FIP (en alle andere voorkomende ziekten en erfelijke aandoeningen)
is het belangrijk
dat alle fokkers OPEN over dit onderwerp zijn en niet anderen gaan beschuldigen.
Wil men zich een verantwoordelijke fokker noemen dient men in ieder geval katten
die op jonge leeftijd zonder aanwijsbare reden gestorven zijn (bij voorkeur ook
bij liefhebbers!)
voor sectie aan te bieden en uit te komen voor het resultaat hiervan.
Graag maken wij u er nog een keer op attent dat het mogelijk om een cosmetische
autopsie
te laten doen waardoor u bij teruggave van de kat hier nauwelijks iets van merkt.
* Mevrouw. I. van der Gaag, veterinair patholoog, verklaarde op de door haar
gehouden lezing op het Felissana Symposium in november 2001 dat men in Utrecht l
ng heeft gedacht dat Cardiomyopathie speciaal bij raskatten voorkwam.
Inmiddels is men er van overtuigd dat dit net zoveel voorkomt bij niet-raskatten.
Omdat juist de raskatten in de beginfase ter sectie werden aangeboden is deze
indruk ontstaan.
Bronnen:
MCBFA HCM Guidelines for Breeders 2001
Jody Chinitz, Marcia Munro en Mark D. Kittleson DVM, PhD., Hypertrophic
Cardiomyopathy:
A Primer and Update The Scratch Sheet Summer 2001
Wil Janssen, Hartaandoeningen, Over dieren mei juni 2002
Website over Hypertrofische Cardiomyopathie van Jody Chinitz: http://members.aol.com/jchinitz/hcm/
Infofolder Felissana Hartproblemen, september 1999
Verslag Werkgroep Hartproblemen website Felissana
http://www.felissana.demon.nl/